contact op te nemen met uw vertrouwde adviseur, bij voorkeur via telefoon of beveiligde e-mail, of vooraf een afspraak te maken voor een gesprek.
Zo gebruiken we momenteel zoveel mogelijk de telefoon en onze beveiligde digitale kanalen. Indien u een persoonlijk onderhoud met uw adviseur wenst, raden we u aan vooraf een afspraak te maken.
Résonance #1/6 - Crisis van 1929: het recessietrauma
Deze aflevering van de podcast gaat over de beurscrash van 1929 en de daaropvolgende Grote Depressie, en wordt gepresenteerd door de Belgische financieel-economische journaliste Salma Haouach. Haar relaas van de geschiedenis wordt aangevuld met de visie van Benoît Elvinger, lid van het uitvoerend comité en hoofd Marktenzaal en Kredieten bij Banque de Luxembourg.
Dit artikel is een transcriptie van de Franstalige podcast.
Welkom bij Résonance, een podcast van Banque de Luxembourg waarin we terugblikken op de grote gebeurtenissen van de afgelopen eeuw. We kijken naar de weerklank van die historische momenten in onze moderne samenleving en de lessen die we eruit kunnen trekken voor de financiële uitdagingen van morgen.
Maak kennis met onze reeks van zes podcasts, waarin we op constructieve wijze kijken naar de grote evoluties die uit eerdere crisissen zijn voortgekomen.
Volg onze podcasts!
Het is door de reële economie te financieren dat banken zoals de onze kunnen bijdragen aan het economische herstel. Benoît Elvinger, hoofd Marktenzaal en Kredieten
Samenvatting van de podcast
De dolle jaren 1920, De grote Gatsby en de charlestonjurken hebben in het collectieve geheugen een onuitwisbare indruk van zotternij achtergelaten. Die tijd is een onuitputtelijke bron van inspiratie gebleken voor de filmindustrie, de modewereld en de literatuur. De euforie duurde van 1920 tot 1929. Ondanks de enorme schuldenberg die na de oorlog was overgebleven, leken de mogelijkheden eindeloos.
De recessie die volgde, groeide uit tot de grootste economische depressie van de twintigste eeuw. Ze ging gepaard met een hoge deflatie en een explosie van de werkloosheid, waardoor de overheden gedwongen werden om de financiële markten grondig te hervormen.
Zakenlui waren in die tijd populairder dan ooit. Het kon allemaal niet meer stuk. Henri Ford stond aan de wieg van twee grote revoluties: een auto voor iedereen dankzij de eerste assemblageketens voor auto's, en de verhoging van het loon van werknemers om het personeelsverloop te beperken, wat in die tijd door de Wall Street Journal als een "economische misdaad" werd bestempeld.
Dat geeft ons een idee van de sociale geest van die tijd. In die periode werden ook de eerste consumentenkredieten aangeboden, maar was de regelgeving bijzonder laks of gewoonweg onbestaande.
De reden waarom niemand de zeepbel zag groeien, was dat iedereen destijds alleen maar oog had voor de Dow Jones-index. Het bruto binnenlands product werd toen nog niet berekend. Het was dus onmogelijk om de pols van de economie te nemen, die volgens onze moderne analysemiddelen nochtans duidelijk aan het oververhitten was.
De lonen stagneerden, gezinnen staken zich in de schulden, op de beurzen werd erop los gespeculeerd enz. De zeepbel kon op elk moment uiteenspatten, met een sneeuwbaleffect dat bijzonder moeilijk te stoppen zou zijn. De gezinnen, die alles op krediet hadden gekocht, konden hun schulden niet meer afbetalen. Dat baarde de markten zorgen, waardoor de koersen kelderden.
Op 24 oktober 1929 werden 13 miljoen aandelen op de beurs van New York gegooid. Bij gebrek aan kopers kelderden de koersen.
Op één dag ging toen in totaal zeven tot negen miljard dollar in rook op, een hallucinant bedrag voor die tijd. Duizenden beleggers waren geruïneerd. De paniek veralgemeende zich, en de beurs kelderde met 30% in oktober en nog eens met 50% in november.
'Zwarte Donderdag', de dag die het einde van de ongebreidelde speculatie inluidde, trof alle financiële centra bijzonder hard, te beginnen bij Londen. Europa kreeg de volle laag. De Amerikaanse banken eisten de onmiddellijke terugbetaling van de leningen die ze hadden verstrekt voor de heropbouw na de oorlog.
In de lente van 1930 begon in de Verenigde Staten een recessie, waardoor de productie kelderde, tal van bedrijven failliet gingen en de werkloosheid exponentieel toenam. In dat jaar namen 35.000 mensen deel aan een betoging tegen honger in de straten van New York.
De economie lag lam: geen werk, geen inkomen, en geen inkomen, geen consumptie. Daardoor stapelden de voorraden zich op en daalde de omzet van de producenten, die zelf ook consument waren.
Opvallend was dat het bij de banken niet alleen bleef bij een kredietstop. Toen president Roosevelt werd verkozen, was een derde van de banken al failliet. De industriële productie halveerde tussen 1929 en 1932, en in maart 1933 was de helft van de Amerikaanse bevolking werkloos.
President Roosevelt probeerde de situatie recht te trekken door de activiteiten van de banken te reglementeren. Speculatie belooft namelijk hemel en aarde op korte termijn, terwijl voor beleggen geduld en vertrouwen nodig zijn. Voor het eerst ooit werden beleggingsregels vastgelegd voor deposito's. Het is toen dat investeringsbanken en commerciële banken van elkaar werden gescheiden.
Om aan de ellende de ontsnappen, doorkruisten tal van Amerikanen het hele land op zoek naar werk. Zij werden 'hobos' genoemd, landlopers zeg maar. De legendarische muzikant Woody Guthrie, het symbool bij uitstek van die rondtrekkende arbeiders, zong destijds: "I ain't got no home in this world anymore".
Die financieel-economische aardschok heeft een grote stempel gedrukt op de geschiedenis.
De Grote Depressie trof alle westerse landen. In Frankrijk verveertienvoudigde de werkloosheid tussen 1929 en 1932. Die economische crisis had later ook politieke gevolgen, zoals de verkiezing van Adolf Hitler in Duitsland in 1933. Zijn expansieve en nationalistische beleid zou uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog in gang zetten.
Er is al veel inkt gevloeid over het verband tussen de beurscrash van 1929 en de Grote Depressie. Volgens Samuelson was het maar een van de factoren die tot de Grote Depressie hebben geleid, en puur toeval dan nog wel. Volgens Friedman was het slechte monetaire beleid de boosdoener. Hoe het ook zij, die financieel-economische aardschok heeft een grote stempel op de geschiedenis gedrukt.
Dat stemt overigens ook tot nadenken over de rol van een bank als Banque de Luxembourg in een kritieke periode zoals nu. Benoît Elvinger, hoofd Marktenzaal en Kredieten bij Banque de Luxembourg, geeft zijn kijk geeft op het onderwerp.
- "We kunnen heel wat parallellen trekken tussen de huidige crisis en die van 1929: de keldering van de economische productie, de stijging van de werkloosheid, het grote aantal faillissementen en uiteraard de val van de beurzen. Om te vermijden dat deze recessie, die intussen wereldwijd is, geen nieuwe depressie wordt, hebben de overheden en de centrale banken een reeks steunmaatregelen getroffen die sommigen zelfs doen denken aan de interventiepolitiek waarmee president Roosevelt destijds de gevolgen van de Grote Depressie probeerde te bestrijden.
- Net als toen spelen de banken nu een beslissende rol in het economische herstel. Enerzijds zijn zij het doorgeefluik voor het monetaire beleid van de centrale banken, en anderzijds helpen ze met de uitvoering van de grootschalige steunprogramma's van de overheden. Zo wordt aan de banken gevraagd om meer kredieten te verstrekken en indien nodig uitstel van betaling op bestaande leningen toe te kennen. Het is door de reële economie te financieren dat banken zoals de onze kunnen bijdragen aan het economische herstel.
- Als Luxemburgse bank kunnen we vooral helpen op onze lokale markt, maar ook in België en Frankrijk begeleiden we ondernemers en allerlei soorten bedrijven.
- Aangezien onze samenleving in deze tijd ook nog voor een andere grote uitdaging staat, de klimaatverandering, proberen we maatschappelijk verantwoord te werk te gaan, om de crisissen te helpen bestrijden en tegelijkertijd bij te dragen aan een milieuvriendelijke en duurzame financiële sector."
Die dubbele rol van de bank is bijzonder interessant. Daaruit blijkt niet alleen hoe verfijnd en complex de mechanismen zijn, maar ook hoe sterk de economie en de financiële wereld van elkaar afhankelijk zijn. Zo krijgt de financiële sector werkelijk betekenis in onze samenleving.