contact op te nemen met uw vertrouwde adviseur, bij voorkeur via telefoon of beveiligde e-mail, of vooraf een afspraak te maken voor een gesprek.
Zo gebruiken we momenteel zoveel mogelijk de telefoon en onze beveiligde digitale kanalen. Indien u een persoonlijk onderhoud met uw adviseur wenst, raden we u aan vooraf een afspraak te maken.
Belgische fiscaliteit: wat moet ik weten over de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen? Onze antwoorden in videoformaat
Sinds 26 februari worden alle effectenrekeningen met een gemiddelde waarde van meer dan 1 miljoen euro onderworpen aan een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen van 0,15%. Voor wie geldt die taks? Welke beleggingen worden geviseerd? Hoe wordt de taks berekend en ingehouden?
In een filmpje geeft Christophe Delanghe, senior estate planner bij Banque de Luxembourg, u in twee minuten de belangrijkste informatie over de taks.
Wie moet de taks betalen?
Deze jaarlijkse taks geldt voor effectenrekeningen waarop financiële instrumenten kunnen worden aangehouden en beheerd.
De taks wordt geheven zonder dat er rekening wordt gehouden met:
- de hoedanigheid van de rekeninghouder (natuurlijke of rechtspersoon),
- het aantal rekeninghouders,
- de rechten van de rekeninghouders (volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik),
- de omvang van het vermogen van de rekeninghouders en hun bijdragecapaciteit.
Vanaf welk bedrag is de taks verschuldigd?
De taks is enkel van toepassing op effectenrekeningen waarop financiële instrumenten en liquide middelen met een gemiddelde waarde van meer dan één miljoen euro worden aangehouden.
Die drempel geldt voor elke effectenrekening afzonderlijk
en de gemiddelde waarde wordt niet uitgesplitst op basis van het aantal rekeninghouders.
Wat is het tarief van de taks?
Het percentage van deze nieuwe taks bedraagt 0,15% per jaar.
Welke effectenrekeningen vallen onder de taks?
De taks geldt voor alle effectenrekeningen die zijn geopend bij een financiële tussenpersoon die in België is gevestigd (op naam van natuurlijke of rechtspersonen die in België of in het buitenland wonen) en alle effectenrekeningen die op naam van inwoners van België (natuurlijke en rechtspersonen) zijn geopend bij een tussenpersoon die in het buitenland is gevestigd.
Volgens die definitie zou de taks ook gelden voor effectenrekeningen die in het kader van tak 23-levensverzekeringen worden aangehouden door verzekeringsmaatschappijen die in België zijn gevestigd.
Welke financiële instrumenten vallen onder de taks?
Vallen wel onder de taks:
De taks op de effectenrekeningen is voortaan zonder onderscheid van toepassing op alle financiële producten die op een effectenrekening worden aangehouden. Daardoor geldt de taks nu ook voor financiële producten die aan de eerdere versie van de taks waren ontkomen, zoals gestructureerde producten zonder kapitaalgarantie. Liquide middelen die op een effectenrekening staan, worden eveneens meegerekend.
Vallen niet onder de taks:
Fysieke grondstoffen die op een effectenrekening worden aangehouden (meer bepaald fysiek goud), worden niet meegenomen in de berekening van de belastbare grondslag voor de taks.
Effecten op naam blijven buiten het toepassingsgebied van de taks.
Wanneer is de taks van kracht geworden?
In het regeerakkoord van 30 september 2020 schreef de regering dat de taks de personen moest laten bijdragen “die de grootste draagkracht hebben om bij te dragen, met respect voor het ondernemerschap”.
De taks is officieel van kracht sinds 26 februari 2021 (na de goedkeuring van de wet en de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad).
Welke antimisbruikmaatregelen zijn er voorzien?
In België worden geen nieuwe belastingwetten meer goedgekeurd zonder bepalingen die moeten voorkomen dat de belastingbetaler aan de betreffende belastingen probeert te ontkomen, en deze wet is daarop geen uitzondering.
De wetgever beschouwt een aantal verrichtingen die tot doel hebben de nieuwe taks te ontwijken als fiscaal misbruik, waardoor die verrichtingen niet aan de Belgische fiscus kunnen worden tegengeworpen. In de wet zijn meer bepaald een specifieke en een algemene antimisbruikmaatregel vastgelegd voor verrichtingen die op of na 30 oktober 2020 zijn gedaan.
De belastingplichtige kan het algemene vermoeden van fiscaal misbruik voor bepaalde verrichtingen weerleggen, maar dat is niet het geval voor het onweerlegbare vermoeden van de specifieke antimisbruikregel, die geldt voor de volgende verrichtingen:
- de splitsing van een effectenrekening in verschillende effectenrekeningen, op naam van dezelfde rekeninghouder(s) en aangehouden bij dezelfde tussenpersoon,
- de omzetting van belastbare financiële instrumenten die worden aangehouden op een effectenrekening in financiële instrumenten op naam.
Die verrichtingen worden gezien als misbruik, en de belastingplichtige heeft niet de mogelijkheid om bewijs aan te leveren dat ze werden uitgevoerd om andere dan louter fiscale redenen.
Situatie van maart 2021.